Keukenverlichting gaat niet alleen over stijl, maar vooral over functionaliteit en veiligheid. Een goed verlichte keuken zorgt ervoor dat u beter kunt zien en veilig kunt werken. De sleutel is het evenwicht tussen algemene helderheid en gerichte verlichting op de werkzones.

1. De juiste helderheid: minstens 200 lm/m²

De keuken heeft meer licht nodig dan een slaapkamer of woonkamer om fouten bij het snijden te voorkomen en de versheid van ingrediënten goed te kunnen beoordelen. Gebruik deze eenvoudige formule:

Benodigde helderheid (in lumen) = keukenoppervlak (m²) × 200–300 (lm/m²)

👉 Voorbeelden:

• Kleine keuken van 6 m² → 1.200–1.800 lm (aanbevolen: plafondlamp)
• Keuken van 10 m² → 2.000–3.000 lm voor een gelijkmatige verlichting

Tip: Hebt u hangkasten — vooral in L- of U-vormige keukens — dan kunnen er schaduwzones op het werkblad ontstaan. Een plafondlamp alleen is vaak niet genoeg. Voeg onderkastspots of LED-strips toe om de werkruimte direct te verlichten en schaduwen te vermijden.

2. De juiste lichtbron: hoge kleurweergave + koel wit licht

In de keuken is het belangrijk dat kleuren natuurgetrouw worden weergegeven. Kies verlichting met een kleurweergave-index (CRI of Ra) ≥ 90. Zo zien voedselkleuren er realistisch uit — rood vlees blijft levendig en groene groenten blijven fris.

Kies voor een koel wit licht tussen 4.000K en 5.000K. Dit type verlichting is helder, fris en bevordert een schoon gevoel in de ruimte — ideaal voor plaatsen waar hygiëne belangrijk is.

Advies: Vermijd plafondlampen met verstelbare kleurtemperatuur in de keuken. Het voortdurend wisselen tussen warm en koel licht kan de ogen vermoeien. Een vaste lichtkleur van 4.000–5.000K is praktischer en comfortabeler.

Samengevat draait goede keukenverlichting om twee kernpunten: voldoende helderheid voor goed zicht en natuurgetrouwe kleurweergave voor veilig en comfortabel koken. Met de juiste lichtkeuze wordt uw keuken zowel functioneel als sfeervol.